Geum
Rosaceae
+32 52 33 73 15
Jan Spruyt-Van der Jeugd bvba
Mostenveld 30
9255 Buggenhout
België
Rosaceae
Nu volop in bloei op onze kwekerij, leek het ons een uitgelezen moment om het geslacht Geum (wordt uitgesproken als ‘Gé-um’) wat meer aandacht te geven.
Met tinten van wit over oudroze, rood en oranje die je eigenlijk nergens anders vindt en de frêle bloemetjes op sierlijke bloemstengels is dit een absolute lente-topper.
Geum telt een 50 soorten die verspreid over de wereld inheems voorkomen in Europa, Azië, Nieuw-Zeeland, Amerika en Afrika. De soorten bloeien in de lente-zomer met nog wat verschillen naargelang de cultivar.
De Nederlandse naam ‘nagelkruid’ verwijst naar de vrucht waar een nagelvormig uitsteeksel aan te vinden is.
Het geslacht behoort tot de Rosaceae of rozenfamilie. In deze omvangrijke groep zitten ondermeer de rozen, bomen en struiken zoals Amelanchier maar ook andere vaste planten zoals de nauw verwante Fragaria en Potentilla.
De bloemstengels zijn slank en dragen de bloemen ver boven het blad. Hoogte van de planten variëert tussen 30-60cm. De bloemen staan soms alleen, maar vaak ook in groepjes van twee (of meer). Kenmerkend voor de Rosaceae zijn de 5 kroonblaadjes of petalen, bij Geum kan dit ook een veelvoud zijn want vele rassen zijn dubbelbloemig. De bloemen dragen vele meeldraden of stamen (altijd een veelvoud van het aantal kroonblaadjes) en kunnen geel zijn, maar ook wit, oudroze, rood en alle mogelijke tinten van oranje.
Het blad vormt onderaan altijd een rozet, dat in matige winters groen blijft. Bladeren meestal heldergroen en naargelang de soort getand of geveerd, ietwat behaard.
Geum heeft sterke, stevige wortelstokken die niet erg vertakken.
Geum ‘Citronge’ met een detail van de bloem. Let op de 5 kroonblaadjes, de cirkel van meeldraden en op de achtergrond enkele nog gesloten bloemknoppen, omgeven door het schutblad.
Een close-up van het heldergroene blad van Geum ‘Dark and Stormy’. Het blad is grof gezaagd.
Na de bloei ontstaan de dopvruchten. Hieraan hangt een soort van haakje waarmee de vrucht makkelijk in de pels van dieren blijft zitten en zich op deze manier kan verspreiden (=zoöchorie).
Bij Geum triflorum is de vrucht heel opvallend want deze wordt omgeven door lange haren die zorgen voor het pluizige uiterlijk. De plant wordt zelfs voornamelijk gekocht omwille van deze attractieve vruchten, eerder dan voor de (onopvallende) bloem. De paars-roze ‘wolkjes’ geven Geum triflorum ook wel de Engelse benaming ‘Prairie Smoke’.
Geum triflorum met de ietwat knikkende, altijd gesloten bloemen en een reeds uitgebloeid vruchtbeginsel waaruit de pluizige dopvruchten opvallend naar boven wijzen.
Wij hebben verschillende soorten van Geum in ons assortiment met daarenboven ook nog talrijke rassen, veelal hybriden uit kruisingen van verschillende soorten.
Geum triflorum dankt zijn soortnaam aan de bloemen, die vaak per drie op een stengel staan. De soort is binnen ons assortiment een uitzondering gezien de opvallende vruchten (in plaats van de opvallende bloemen), de kleur van de bloemen maar ook gezien zijn standplaats. De soort heeft een grijsgroen, diep ingesneden blad dat net als de stengels behaard is. De grijsgroene kleur doet al vermoeden dat deze soort graag zonnig, droog en goed gedraineerd staat. Op zeer warme plekken zal hij jou dankbaar zijn voor wat schaduw in de namiddag.
De soort komt van nature voor in Noord-Amerika, van Newfoundland (Canada) tot Illinois en de Rocky Mountains in het westen.
Een mooi ras én een eigen selectie is Geum triflorum JS® 'Peace Pipe'. Dit ras is bloeirijker en heeft een mooi ingesneden blad dat zeer laag blijft. Aangezien we deze selectie niet zaaien maar vegetatief vermeerderen, zijn alle planten identiek van kleur, hoogte en groeikracht.
Geum triflorum JS® ‘Peace Pipe’.
Geum chiloense is een soort die voor het eerst ontdekt werd op de archipel Chiloé (Chili) en hier zijn naam aan dankt. Deze soort heeft een relatief groot blad, wordt 60cm hoog en is in ons klimaat niet zeer langlevend en best af te dekken in de winter.
Gelukkig is er de laatste decennia geëxperimenteerd met Geum met als resultaat talrijke nieuwe rassen van G. chiloense die sterker zijn en merkelijk langer doorleven.
Drie rassen uit deze soort zijn 'Blazing Sunset' (rood), ‘Lady Stratheden' (geel) en 'Mrs Bradshaw' (donkerrood).
Geum coccineum blijft rond de 40cm en heeft een smal, groen blad. De soort komt van nature voor in de Balkan en Klein Azië waar hij groeit in vochtige bossen en bosranden. Hij lijkt op G. chiloense maar blijft iets lager en is beter bestand tegen ons klimaat.
Geum rivale (knikkend nagelkruid) is een Europese soort die ook voorkomt in de Kaukasus, Noord-Turkije, Noordwest China en Noord-Amerika. De knikkende bloemetjes hebben een abrikoos-roze kleur en groeien het best in bosranden en aan moerassen.
Tot slot zijn er vele cultivars of hybriden, meestal uit coccineum, chiloense. Zo zijn er alle mogelijke kleurschakeringen te verkrijgen in het gele-rode-oranje spectrum. De zoektocht naar nieuwe kleuren heeft eveneens gezorgd voor een nieuw scala aan rassen.
Hier zitten zeker goede verbeteringen in, met speciale kleuren.
Een favoriet van Jan Spruyt is Geum 'Prinses Juliana’, een ras dat hij reeds 55 jaar geleden in zijn ouderlijke tuin kweekte. De plant is een 80 jaar geleden vernoemd naar de toenmalige prinses (later koningin). De oranje cultivar is heel sterk en verdraagt als een van de beste de wat drogere periodes.
Beginnend bovenaan links en zo in wijzerrichting hebben we Geum coccineum 'Red Wings', Geum 'Banana Daiquiri', Geum 'Bell Bank en Geum 'Alabama Slammer'.
Geum coccineum 'Tequila Sunrise' in prachtige schakeringen van geel naar roze, oranje.
Je kon hierboven al lezen dat – buiten Geum triflorum – de soorten en rassen in ons assortiment absoluut niet droog mogen staan. Een voedselrijke, vruchtbare bodem aan de bosrand of in lichte bossen is ideaal. Zon of halfschaduw zijn goed en voor elke Geum-soort geldt: geen natte voeten in de winter. Dit veroorzaakt wortelrot.
Scheuren kan in de herfst, na de bloei. De meeste planten bloeien de eerste jaren uitbundig, maar na een vijftal jaar sterven ze van binnenuit af. Na 3-4 jaar scheuren is dus een must om jouw Geum vitaal en bloeiend te houden. De nieuwe hybriden beloven echter een langere levensduur tot wel 10 jaar.
Vele Geum zijn ook zelfzaaiend maar niet kleurvast.
De bloemen kunnen als snijbloem dienen.
De Europese Geum rivale is een mooie aanwinst voor de natuurtuin of meer verwilderde tuin.
De schakeringen in Geum zijn de ideale partner voor bijvoorbeeld Geranium, Aconitum of Trollius.
©
Alle foto’s afkomstig van kwekerij Jan Spruyt – Van der Jeugd, tenzij anders vermeld.