Iris
Iridaceae
Naast de iris in de vorm van bloembollen - die wij hier niet zullen bespreken - zijn er ruim 200 soorten die tot de vaste planten worden gerekend. Ons artikel gaat voornamelijk over de wortelstokirissen. Dit zijn rechtopstaande planten met rhizomen en soms dikke vlezige opslagwortels. Allemaal hebben ze opvallende bloemen, in alle kleuren van de regenboog. En nu begrijpen wij meteen waarom ze indertijd vernoemd werden naar de godin Iris die graag van een regenboog gebruik maakte om naar de aarde te reizen.
Opvallende bloemen dus, met een grote verscheidenheid. Alle bloeivormen in detail bespreken zou ons te ver leiden. Daarom volgt hier een soort van algemene samenvatting. Elke bloem heeft zes kroonbladen. De drie grootste hangen meestal af, en hebben al of niet een 'baard' (zie verder in de tekst). Drie kleinere kroonbladen staan rechtop of hangen eveneens af. De bloemstengels kunnen vertakt zijn, maar dat is zeker niet bij alle soorten zo. De bladeren van wortelstokirissen zijn minstens even kenmerkend: lange smalle bladeren, grijs of groen, vertrekken vanuit de tip van de wortelstok. Ze zijn zwaardvormig en gewoonlijk als een waaier gerangschikt.