Mazus
Mazus is een zeer leuke schauduwplant die de bodem perfect bedekt als het geen winter is. Meststof is overbodig, maar de grond mag niet te droog zijn. Het dode blad niet verwijderen !
+32 52 33 73 15
Jan Spruyt-Van der Jeugd bvba
Mostenveld 30
9255 Buggenhout
België
Mazus is een zeer leuke schauduwplant die de bodem perfect bedekt als het geen winter is. Meststof is overbodig, maar de grond mag niet te droog zijn. Het dode blad niet verwijderen !
Plant muntsoorten die niet mogen woekeren in een stenen pot en plant dan die pot in de tuin. Regelmatig de overhangende wortelende scheuten wegnemen en gebruiken in bv. thee. Geen mest geven en als het blad te oud wordt, alles afknippen en beetje mest geven.
Geef jaarlijks algemeen een kleine basisbemesting met een beetje kalk erbij. Gebruik het liefst organische meststof omdat die goed uitgebalanceerd is (bv gekorrelde koemest). U kan deze meststof trouwens bij ons aankopen. Soorten zoals pioenen, eupatorium, sommige siergrassen, gunnera ea geeft u dikwijls iets meer of meerdere malen meststof. Andere soorten zoals euphorbia, monarda, phlox ea geeft u meestal slechts 1 keer op de 2 of 3 jaar een basisbemesting mee.
Deze prachtige planten hebben een minder goed reputatie omdat ze regelmatig witziekte krijgen. Je kan dit vermijden door de grond te verarmen en geen meststof meer te geven. Af en toe wat kalk kan zeker geen kwaad. Op deze manier zal de monarda amper witziekte krijgen.
Deze fantastische bodembedekkers en/of borderplanten zijn zeer makkelijk te gebruiken in alle tuinen. Ze verkiezen de iets kalkrijkere bodem en volle zon. De lage variëteiten kan je na de bloei kortknippen om ze alsnog te laten bloeien. De hogere kan je ook terugknippen als nodig, maar zij zullen enkel nog blad aanmaken. Weinig mest gooien !
Tuinorchideeën zijn prachtige planten die vrij makkelijk te houden zijn. Cypripedium is hierop een uitzondering en vraagt toch iets meer ervaring en aandacht. Voor meer uitleg surf je naar rubriek "Planten" en klik je "tuinorchideeën" aan.
PREVENTIE, BEHEERSING EN BESTRIJDING UITVAL BIJ PACHYSANDRA.
SCHADEBEELD:
Planten verwelken en sterven.
Uitval begint pleksgewijs. Komt voor in kwekerij en in volle grond.
Schadebeeld veroorzaakt schimmels.
1. Volutella pachysandricola
• Bruin-zwarte bladvlekken
• Bladeren en scheuten sterven af
• Scheuten kleuren zwart
• Er vertonen zich sporenhoopjes
2.Phytophtora citrophtora
Bodemschimmel: infectie vanuit de grond
• Stam- en stengelbasis kleuren bruin-zwart
• Stengel- en wortelrot
• Blad verkleurt en sterft af
• Geen sporenhoopjes of schimmeldraden
3. Andere schimmels kunnen gelijkaardig aantasten en kunnen voorkomen in combinatie met voorgaande schimmels.
TIP!
Schimmels zijn vaak moeilijk te onderscheiden.
Voor zekerheid dient analyse te gebeuren bij ILVO Merelbeke.
Schadebeeld veroorzaakt door insect.
Kommaschildluizen zijn 3mm lang, maar larven veel kleiner.
Takken verdrogen en sterven af.
Twijgen controleren!
1.PREVENTIE
• Begin steeds met gezond plantmateriaal
• Juiste standplaats. Schaduw of halfschaduw, humusrijk.
• Goede drainage. Let goed dat planten voldoende kunnen opdrogen na water geven.
• Hygiëne: bij contaminatie alles goed ontsmetten
• Containerteelt met recirculatie: gietwater ontsmetten. Zwemsporen!
2.BEHEERSING
• Aangetaste planten verwijderen
• In volle grond: toplaag verwijderen.
3. BESTRIJDING
• Schimmels
-Afhankelijk van het schadebeeld
* bij bladvlekken spuiten met Sporgon, Interspor (prochloraz) (RO) of Eminent (tetraconazool) (OR)*
• bij stengel- en wortelrot spuiten met Sporgon, Interspor (prochloraz) (RO+ Fenomenal of Sporgon, iNterspor (Prochloraz) (RO) + Previcur (propamocarb) (GR)*
TIPS!
1.Tracht op tijd ziektes aan te pakken.
Biofungicide PRESTOP werkt preventief tegen kiemschimmels, Fusarium en wortelphytoptora.
OPGELET! Prestop niet mengen met andere fungiciden.
2. Kommaschildluis aanpakken wanneer larven van onder hun schildje kruipen en beginnen aan de twijgen te zuigen.
Boompioenen : bescherm elk jaar de onderstam + hoofdscheuten door oude bladeren rond de stam te leggen. Bind deze tezamen met wat plastic zodat die bladeren droog blijven.
Struikpioenen : plant deze soorten in herfst of lente net met de ogen onder de grond. Geef ze elk jaar voldoende meststof ! Het zijn zonnekloppers dus plant ze direct correct en verplant zo weinig mogelijk. Mindere bloei los je op door wat kalk te strooien en/of met een spade eens langs de plant te steken zodat een deel van het wortelgestel wordt afgestoken. Hierdoor krijgt de pioen het seizoen erna meestal de impuls om te gaan bloeien.
Papaver is een plant die tijdens de zomermaanden even in rust gaat en zijn blad verliest. Niet denken dat die dood is dus.
Phlox en witziekte gaan hand in hand lijkt het net. Plant Phlox op in prairietuinen en wonder boven wonder blijft de meeldauw weg. In gewone borders boots je dit na door elk jaar kalk te geven en die plek geen meststof meer te geven.
Salvias knip je best na de bloei even terug zodat die nogmaals bloemen kan aanmaken. Dit geldt enkel voor de nemorosa-types. Houterige types snoei je best op de manier van lavendel.
Santolina heeft de neiging om snel te verouderen. Snoei ze zoals je lavendel snoeit.
Scabiosa en witziekte ... nog zo'n onafscheidelijk duo. Kijk bij Phlox voor een oplossing.
Ben je het een beetje beu dat al dat onkruid zo snel groeit ? Jan-maart is een ideale periode om schors tussen je struiken en vaste planten te leggen. Tussen vaste planten gebruik je het best een fijner schorstype dat ook de lagere planten nog een kans geeft uit te lopen.
Schors strooien betekent niet dat al het wieden verleden tijd is. Onderhoud blijft nodig, maar dan wel minder frequent. Schors verteert traag, maar de bacterieën die daarvoor zorden gebruiken veel stikstof uit de grond. Dit geeft als resultaat dat de planten soms te weinig stikstof kunnen opnemen, wat resulteert in gele bladeren en gedrongen planten. Iets meer en frequenter organische meststofkorrels gooien is dus de boodschap, doch overdrijven is ook niet goed.
Elk jaar deze tijd is het best de schorslaag aan te rijken met verse schors.
Tegenwoordig zijn er heel wat donkere types op de markt. Ze zijn wondermooi doch vrij zwak. Los dit op door ze op zeer goed gedraineerde grond te zetten die vrij kalkrijk en stenig is. Meststof geven is echt uit den boze !!
Voorbeeld: Geranium verliest zijn frisse blad na de bloei. Dit oude blad is zeer vatbaar voor allerlei ziekten en plagen. U neemt gans de plant in uw hand en knipt ALLE blad- en bloemstengels drastisch weg tot aan de grond. Nu krijgt u weer een vernieuwde Geranium die afhankelijk van de soort nogmaals een bloei geeft.
Pas wel op met het te vroeg willen terugknippen van de afgestorven vaste planten 's winters.
Taxuskever is een insect dat enorm veel schade kan aanrichten aan vele planten die behoren tot de familie der SAXIFRAGACEAE.
Als je deze planten gebruikt in potten dan kan je beste elk jaar de potaarde verversen.
In vollegrond gebruik je best een bodeminsecticide(granulaat) dat de larves bestrijdt. De kevers zelf doen weinig schade behalve eieren leggen.
Varens houden van schaduw ... probeer ze dus echt niet in de zon te zetten. Ze zijn supersterk en wondermooi. Niet teveel stikstof-meststof want dan maken ze te zwakke stengels.
a in februari rond in de tuin en zorg dat je het allerlaatste onkruidje uitbant. Als je zo de lente kan ingaan heb je al veel tijd gewonnen. Probeer ook steeds de ontwikkeling van onkruid op de voet te volgen, laat het nooit in bloei komen, er vliegt zo al genoeg onkruid in je tuin. Hakken kan nu een alternatief zijn voor wieden, maar dan moet je het onkruid wel oprapen, de dagen en nachten zijn nog niet warm genoeg om het te laten verdrogen.
Als je het onkruid te lijf gaat, neem dan ook altijd een platte riek mee en een stevige schup. Er zijn onkruiden als zevenblad, scherpe boterbloem, pemen, paardenbloem en andere "smeerlapkes" die met huid en haar moeten verdelgd worden. Planten als paardenbloem hebben een penwortel en dienen helemaal uitgestoken te worden, blijft er een stukje zitten dan heb je wortelstek gemaakt die sowieso teruggroeit.
Tijdens een warme februaridag is het perfect om met 3-5tand de grond eens heerlijk luchtig op te trekken. Je hebt zeker honderden kiemende onkruidjes verdelgd en je tuinplanten van water voorzien zonder je sproeidarm boven te halen. Je hebt namelijk de haarbuisjes in de grond gebroken zodat langs deze vele kanaaltjes het grondwater niet kan verdampen en ter beschikking van de planten blijft.
We bieden steeds meer 'vaste' planten aan die onze guurste winters niet doorstaan. Dit heeft zeker te maken met de Engelse tuincultuur die overwaait naar 't vasteland. Maar geef toe: een tuin zonder Agapanthus, Anthemis, Calamintha, Erysimum, Fuchsia, Gaura, Gunnera, Helleborus, Kniphofia, Lavatera, Penstemon en andere verliest heel wat charme.
Heel gemakkelijk is het niet om over dit onderwerp exacte informatie te geven. Elke winter is anders. Zeer koud en droog - koud en nat - blijvend vriezen - afwisselende vorst en dooi - aan- of afwezigheid van sneeuw - snerpende oostenwind, zijn allemaal ingrediënten waartegen we ons niet altijd op voorhand kunnen wapenen. Rekening houden met de habitat is al een stap in de goede richting.
Enkele aanbevelingen toch:
* Voor groenblijvende planten (niet altijd voorzien van ^) is blijvende vorst die zeer diep in de grond kan doordringen altijd een gevaar omdat deze vorst meestal gepaard gaat met een droge oostenwind en zon. Onze plantjes sterven dan meestal van de 'dorst' en niet van de vorst. Hier kan je best de planten afdekken met dennentakken, grof tuinsnoeisel of droge bladeren, zodat de verdamping wordt geremd. (Ze kunnen immers door de bevroren grond geen water opnemen.)
* Niet groenblijvende planten, die je pas terugknipt ná de winter, zodat ze zichzelf beschermen, dek je best af met een laag turf, compost, oud stalmest, fijne houtsnippers of bladeren.