Inleiding
Het is maart en wie al eens in zijn of haar tuinborder is gaan kijken, heeft misschien gezien dat sommige planten opnieuw uitschieten, maar dat andere planten nog op zich laten wachten.
Dankzij de verscheidenheid aan soorten is het mogelijk een beplanting te creëren die al van in het voorjaar tot de eerste vorst een bloeiende border levert.
Wij gaan in dit artikel verder in op deze verschillende bloeimomenten want er is een reden waarom sommige planten reeds in de vroege zomer hun gloriemoment beleven, terwijl andere dan nog niet de helft van hun totale hoogte bereikt hebben.
Miscanthus sinensis ‘Morning Light’ toont nog geen teken van leven. Datum foto: 09/03/2017
Calamagrostis acutiflora (x) 'Overdam' staat al ca. 15cm hoog. Datum foto: 09/03/2017
Bij de keuze van planten voor jouw border of bij de opmaak van een beplantingsplan of een ontwerp, is het belangrijk om het onderscheid te maken tussen cool- en warm season planten.
Cool season planten beginnen te groeien in de vroege lente, op het moment dat de temperaturen nog relatief laag zijn. Ze bloeien in het voorjaar of de vroege zomer. Wanneer het warmer wordt en de zomer op zijn droogst is, zijn deze planten uitgebloeid en hebben de meeste hun beste tijd gehad. Deze planten groeien optimaal tussen temperaturen van 15°C-25°C. Bij hogere temperaturen zullen de huidmondjes of stomata (kleine openingen in de bladrand die zorgen voor opname van CO2 en afgifte van O2) zich sluiten om teveel verdamping tegen te gaan. Hierdoor kan de plant op dat moment niet aan fotosynthese doen en stopt de groei.
Het cool season gras Stipa tenuissima ‘verdroogt’ in de warmte en droogte van de zomer, maar hier zorgt dit voor een mooi effect.
De warm season planten starten hun effectieve groeispurt veel later. Het duidelijkste voorbeeld is misschien wel Sorghastrum. In de maand mei is de plant ongeveer 15cm hoog, in juli 50cm en tegen half augustus 80cm. Wanneer het vervolgens boven de 25°C is dan zal de plant tegen september een hoogte van 150cm bereiken. Hij groeit dus met andere woorden 70cm op 2 tot 3 weken, je ziet hem bijna letterlijk groeien.
De reden waarom dit mogelijk is, ligt vervat in het chemisch proces van fotosynthese. Bij veel warm season planten (voornamelijk binnen de Poaceae en Cyperaceae) zal er geen C3 maar C4-fotosynthese plaatsvinden. Deze C4-planten kunnen extra CO2 opslaan in het blad, waardoor zij ook bij warme temperaturen verder kunnen assimileren. Bij C4-planten zal er ook geen lichtverzadiging optreden. C4-gewassen zoals maïs zijn dus interessant voor landbouw in tropische gebieden omdat de opbrengst veel hoger ligt met warm season dan cool season gewassen.
Sorghastrum nutans JS® 'Winnetou's Squaw', een eigen selectie en prachtig warm season gras.
Eigenschappen
Omdat de cool season planten als eerste starten met groeien, zorgen zij ook als eerste voor bloemen. Ze zijn daardoor ook als eerste uitgebloeid en de zaden krijgen dus volop kans om af te rijpen, waardoor de plant zich kan gaan uitzaaien. Stipa tenuissima, Aquilegia vulgaris en Knautia macedonica zijn enkele goede voorbeelden. Cool season planten settelen zich ook sneller en zien er op hun best uit in de lente en het begin van de zomer.
Ook de bekende Calamagrostis acutiflora (x) 'Karl Foerster' zaait zich sporadisch uit en kan zich vervolgens ontwikkelen als de bodem niet wordt bewerkt. Zaailingen komen echter onbetrouwbaar terug en hebben niet de eigenschappen van de cultivar. De zaailingen moeten met andere woorden altijd geschoffeld of verwijderd worden, want ze hebben de neiging te woekeren.
Warm season planten zullen hun energie bij aanplant eerst in de aanmaak van diepe wortels stoppen. Daarom duurt het langer vooraleer ze een prominente aanwezigheid zijn in de border. Wij krijgen van klanten soms ongeruste vragen over de trage groei van bijvoorbeeld Sporobolus heterolepis, maar dit gras heeft gewoon iets meer tijd nodig. Het voordeel is dan weer dat na enkele jaren deze grassen zo een sterk wortelgestel hebben, dat ze heel goed regenereren na moeilijke periodes van vb. aanhoudende droogte.
Warm season grassen bloeien naar het einde van de zomer, begin van de herfst. Vaak worden de bloemen hoger dan deze van cool season planten, omdat de grassen waar ze mee samen groeien op dat moment ook hoog zijn en ze anders niet aan zonlicht zouden geraken. Het zaad kan ook maar laat afrijpen, wat de kans op uitzaaien vermindert. Enkele typerende voorbeelden van warm season planten zijn Senna marilandica, Rudbeckia triloba, Liatris pycnostachya en Aster amethystinus.
Deze Silphium terebinthinaceum-selectie van Jan Spruyt (nog niet in de handel) is het toonbeeld van een ‘warm season forb’. Silphiums hebben dikke en vlezige wortels die meer dan 4m diep kunnen reiken! Ze behoren tot de Aster-familie, waarbinnen ook andere warm season geslachten zoals Echinacea, Ratibida, Rudbeckia, Heliopsis, Helenium, Parthenium,… voorkomen.
Vlinders, bijen en andere insecten
Zowel warm – als cool season planten kunnen attractief zijn voor bijen en vlinders, omdat dit te maken heeft met de productie van nectar en stuifmeel. Om een waardplant te zijn, moet de soort hier wel al heel lang gedijen, want de insecten moeten de plant ‘kennen’. Een waardplant voor bijvoorbeeld vlinders is een plant waar deze zijn eitjes legt, omdat de rups die hieruit komt de plant als voedsel gebruikt. Het ene insect is kieskeuriger dan het andere.
Sommige cool season planten zijn waardplanten bij ons (denk aan Deschampsia cespitosa of Lythrum salicaria), maar wanneer je deze hiervoor gebruikt, hou er dan rekening mee dat er ook schade aan het blad zal zijn (rupsenvraat).
Echinacea is een warm season én bijenplant
Cool- en Warm Season planten in de praktijk
Bij het ontwerpen is het dus belangrijk om cool en warm season planten niet lukraak door elkaar te planten. Zo zal Sorghastrum geen kans maken als hij tussen Calamagrostis staat, omdat de eerste volledig onderdrukt wordt bij het groeien door de dan al veel hogere Calamagrostis.
Ze kunnen wel gerust samen gebruikt worden, maar dan worden ze in bijvoorbeeld gesloten groepen toegepast.
Het is ook om die reden dat het ontwerp van prairietuinen niet evident is en specifieke vakkennis vereist: in prairie worden per definitie veel warm season planten gebruikt van N-Amerikaanse oorsprong, maar ook Euraziatische soorten. Daar bovenop komen uiteraard nog andere eigenschappen zoals de bladhoogte, habitus en groeikracht die niet uit het oog verloren mogen worden.
Heb je zelf graag advies voor jouw border of plantenkeuze, dan staan wij altijd voor jou klaar.
Tot slot
Wij vermelden graag nog het boek Gardening with Prairie Plants: how to create beautiful native landscapes van Sally en Andy Wasowski. (experts in N-Amerikaanse inheemse beplantingen, New-Mexico). Dit boek geeft een heel uitgebreide achtergrond over prairietuinen en voorbeelden uit Amerika, met bovendien een correcte beschrijving van de meest voorkomende prairieplanten.
Bronnen
©
Alle foto’s afkomstig van kwekerij Jan Spruyt – Van der Jeugd, tenzij anders vermeld.